Kort geding in het civiele recht

Kort geding in het civiele recht. Gerechtelijke procedures duren vaak lang, met name sinds het coronatijdperk. Een procedure kan zomaar 1 tot 2 jaar in beslag nemen en zelfs langer dan dat is geen uitzondering meer. Een kort geding is een kortdurende procedure waarin een eisende partij een zogenoemde onmiddellijke voorziening kan vorderen bij de voorzieningenrechter of kantonrechter (een ‘snelle beslissing’). Een belangrijke voorwaarde voor een kort geding is dat sprake moet zijn van een spoedeisend belang: er moet urgentie zijn. Een kort geding verschilt enorm van een ‘gewone’ of reguliere civiele procedure.

Wat is een kort geding?

Een kort geding is een spoedprocedure waarin een partij met spoed een oordeel van de rechter wenst. Een gewone rechtszaak duurt veel langer omdat daar eerst een schriftelijke behandeling plaatsvindt en partijen bijvoorbeeld getuigen of deskundigen kunnen horen. Dit laatste vindt in beginsel niet plaats in kort geding en dus is dit vele malen sneller. In een kort geding heeft de eisende partij een spoedeisend belang om iets te bewerkstelligen.

Wat voor soort zaken?

Denk aan het met spoed moeten incasseren van een openstaande geldvordering (het zogenoemde incasso kort geding), het voorkomen van een publicatie in een krant of een ontruiming van een bedrijfsruimte. Ook nakoming van een overeenkomst kan in kort geding gevorderd worden indien sprake is van een spoedeisend belang of bijvoorbeeld een kort geding waarin een werknemer om loonbetaling vraagt als zijn loon is stopgezet. Niet alle vorderingen lenen zich voor een een kort geding. Voor een verklaring voor recht of een ontbinding van een overeenkomst is in beginsel geen plaats in een kort geding.

Kort geding en spoedeisend belang

Een van de hoofdvereisten bij een kort geding in het civiele recht is het zogenoemde spoedeisend belang. De eisende partij zal aannemelijk moeten maken waarom hij of zij snel een (voorlopige) uitspraak wenst. De rechter zal hierbij een belangenafweging maken tussen de belangen van de eiser en die van de gedaagde. In beginsel moet er sprake zijn van een situatie die zodanig is dat onverwijld handelen geboden is en een beslissing in een ‘normale’ civiele procedure niet kan worden afgewacht. Het is aan de eisende partij om dit aannemelijk te maken en voldoende te onderbouwen.

Voorlopig oordeel

De uitspraak – een vonnis in kort geding – is een voorlopig oordeel. Dit betekent kort gezegd dat deze uitspraak geldt totdat de rechter in een vervolgprocedure (de bodemprocedure) een (ander) oordeel geeft. De ‘bodemrechter’ is dus niet gebonden aan het oordeel van de ‘kort geding rechter’, ook al zal de bodemrechter hetgeen is bepaald in kort geding wel meenemen in zijn beslissing. In de praktijk blijkt echter dat een kort geding vonnis toch vrij zwaarwegend is en dat partijen het vaak ‘erbij laten’.

Incasso kort geding

Voor een incasso kort geding geldt nog een aantal specifieke vereisten. Zo dient de vordering – naast het spoedeisende belang – ook voldoende aannemelijk te zijn. Als de vordering inhoudelijk wordt betwist, dan is er doorgaans geen plaats voor een incasso kort geding. Hiernaast moet rekening worden gehouden met het zogenoemde restitutierisico. Als u een spoedeisend belang heeft en de debiteur heeft de vordering niet betwist en als de drempel van het restitutierisico genomen is, dan is een incasso kort geding mogelijk wel een zeer effectieve optie.

Vragen kort geding

Heeft u vragen over het kort geding in het civiele recht? Neem dan eens geheel vrijblijvend contact met ons op. Wij hebben veel ervaring met kort gedingen en kunnen u uiteraard van dienst zijn.