Terecht afbreken van onderhandelingen, maar toch schade moeten betalen?
In een blog van een jaar geleden, zijn wij ingegaan op het interessante onderwerp van afgebroken onderhandelingen. Lees hier die blog. https://www.legal8.nl/tot-welk-moment-mag-je-onderhandelingen-afbreken-zonder-schadevergoeding-verschuldigd-te-zijn/
Onze conclusie is dat in onderhandelingssituaties in beginsel vrijheid blijheid bestaat: onderhandelende partijen kunnen de onderhandelingen afbreken, echter zolang ze daarbij rekening houden met elkaars gerechtvaardigde belangen. Maar als het afbreken van de onderhandelingen gezien het totstandkomingsvertrouwen van de wederpartij of andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar is, kan gederfde winst (schade) worden gevorderd. Onderhandelingskosten terugkrijgen lijkt hierbij wel iets makkelijker. Onlangs wees de Hoge Raad een interessant arrest over dit onderwerp en wordt de vraag beantwoord of ook bij het terecht (gerechtvaardigd) afbreken van onderhandelingen schade betaald moet worden. Lees vooral verder.
Plas/Valburg en CBB/JPO: afbreken mag, tenzij…
Over het leerstuk afgebroken onderhandelingen zijn vele boeken geschreven en de Hoge Raad heeft een aanzienlijk aantal arresten gewezen op dit onderwerp. Hieruit volgt de hoofdregel dat ieder van de onderhandelende partijen in beginsel vrij is om de onderhandelingen af te breken. Als het toch niet bevalt of de andere partij wil bijvoorbeeld ineens meer hebben dan wel de verwachtingen stemmen niet meer overeen, dan moet je de stekker eruit kunnen trekken. In principe dus vrijheid tot afbreken van onderhandelingen.
Maar met de termen in beginsel en in principe kun je al ‘proeven’ dat hier de nodige uitzonderingen op gemaakt worden. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad moeten onderhandelingspartijen namelijk rekening houden met de ‘gerechtvaardigde belangen’ van elkaar. Je mag je dus niet enkel door je eigen belangen laten leiden. Door met elkaar in onderhandeling te treden, ontstaat een rechtsverhouding tussen de onderhandelingspartijen die is onderworpen aan de eisen van redelijkheid en billijkheid.
Dat het een partij niet altijd vrijstaat om tot afbreken van onderhandelingen over te gaan, volgt uit het bekende arrest Plas/Valburg uit 1982. In dit arrest erkende de Hoge Raad voor het eerst dat het afbreken van onderhandelingen kan leiden tot onrechtmatig handelen en daarmee tot het vergoeden van schade van de andere partij. In een later arrest CBB/JPO gaf de Hoge Raad een maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen en die luidt dat elke partij vrij is om de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij onaanvaardbaar zou zijn. Als de andere partij het zogenoemde ‘rechtens relevante vertrouwen heeft postgevat’ dat enig contract uit de onderhandelingen zou volgen of dat er andere omstandigheden zijn die maken dat het afbreken van de onderhandelingen in het specifieke geval onaanvaardbaar is, dan staat het dus niet vrij de onderhandelingen af te breken althans niet zonder gevaar.
Uit Plas/Valburg volgen drie fases die van belang zijn. In de eerste fase staat het afbreken van de onderhandelingen vrij, in de tweede fase mag worden afgebroken, maar slechts indien (ten minste gedeeltelijk) de kosten van de wederpartij worden vergoed en in de derde fase mag men zich niet meer eenzijdig uit de onderhandelingen terugtrekken. In het arrest CBB/JPO verwees de Hoge Raad wel naar eerdere jurisprudentie, maar niet naar Plas/Valburg en daardoor is in de literatuur de vraag opgeworpen of de Hoge Raad van de tweede fase zou zijn teruggekomen. Velen meenden dat de tweede fase niet meer bestaat.
Klaprozenbuurt arrest 2024
Uit dit recente en interessante arrest volgt dat ook in het geval dat het afbreken van onderhandelingen niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (en men dus mag afhaken), zich toch omstandigheden kunnen voordoen op grond waarvan de partij die de onderhandelingen afbreekt, verplicht is (een deel van) de kosten die de wederpartij heeft gemaakt te vergoeden. Ook als het afbreken van de onderhandelingen niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kunnen zich dus omstandigheden voordoen op grond waarvan de partij die de onderhandelingen afbreekt, verplicht is de kosten die de wederpartij heeft gemaakt te vergoeden. Nieuw is dat de Hoge Raad als mogelijke grondslag voor die verplichting noemt dat de partij die de onderhandeling afbreekt, ongerechtvaardigd is verrijkt door werkzaamheden die de wederpartij heeft verricht. Bovendien lijkt het erop dat de Hoge Raad meent dat de tweede fase van Plas/Valburg nog steeds bestaat. Hoe dan ook: bij gerechtvaardigd uit de onderhandelingen stappen kan het betalen van een kostenvergoeding passend zijn.
Lees hier dit zeer interessante arrest: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:884
Onthoud in ieder geval het volgende
Ben je als partij betrokken bij (commerciële) onderhandelingen en wil je er op een gegeven moment mee stoppen, onthoud dan dat dit niet altijd zomaar (kosteloos) kan. Uit het hiervoor genoemde arrest volgt dat ook in het geval dat het afbreken van onderhandelingen niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (en men dus mag afhaken), zich toch omstandigheden kunnen voordoen op grond waarvan de partij die de onderhandelingen afbreekt, verplicht is (een deel van) de kosten die de wederpartij heeft gemaakt te vergoeden (en op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Laat je dus goed informeren voordat je de stekker uit onderhandelingen trekt.
Legal8