AllesContractenrecht

Contractenrecht: een beroep op onvoorziene omstandigheden?

By 23 november 2016 februari 21st, 2020 No Comments

Legal8

In het Nederlandse contractenrecht geldt het uitgangspunt dat gemaakte afspraken nagekomen dienen te worden. Dit wordt in juristenland ook wel aangeduid met de Latijnse uitdrukking “pacta sunt servanda”. Maar naast hetgeen is overeengekomen, zijn ook de eisen van de redelijkheid en billijkheid van belang bij het nakomen en bij de uitleg van overeenkomsten. Hiernaast kan onder omstandigheden een beroep worden gedaan op een bijzondere bepaling: de onvoorziene omstandigheden. In deze blog zullen wij nader ingaan op deze onvoorziene omstandigheden.

Contractenrecht: een beroep op onvoorziene omstandigheden?

Artikel 6:258 BW biedt ruimte aan de rechter om, op verzoek van een partij, een overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden te wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De rechter kan dan dus ingrijpen in de contractuele afspraken die tussen de partijen gelden. Dat gaat natuurlijk best ver en om een succesvol beroep op dit artikel te kunnen doen dient daarom wel aan een aantal strenge vereisten te worden voldaan. Uit de jurisprudentie volgt dat rechters een beroep op dit artikel daarom ook streng toetsen. Een rechter wijzigt een overeenkomst dus niet zomaar.

Allereerst dient er sprake te zijn van onvoorziene omstandigheden. Of de omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst voorzienbaar waren, is hierbij niet beslissend. Het komt erop aan van welke veronderstellingen de partijen zijn uitgegaan. Met andere woorden: of de partijen in de mogelijkheid van het optreden van onvoorziene omstandigheden hebben willen voorzien. Hiernaast kan van onvoorziene omstandigheden alleen sprake zijn voor zover het omstandigheden betreffen die op het moment van het tot stand komen van de overeenkomst, nog in de toekomst lagen.

Hiernaast is ook de aard van de onvoorziene omstandigheden van belang. Deze omstandigheden dienen namelijk van dien aard te zijn dat de wederpartij geen ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst mag verwachten. Er moet dus wel écht iets (groots) aan de hand zijn.

Voorbeeld: economische crisis

In het recente verleden is door verschillende partijen geprobeerd een succesvol beroep op dit artikel te doen door te stellen dat zij geen rekening konden houden met de economische crisis en dat er dus sprake is van een onvoorzienbare omstandigheid zodat hun overeenkomst gewijzigd dan wel ontbonden kon worden. Vaste rechtspraak laat zien dat, ook al hebben partijen in hun overeenkomst rekening gehouden met de economische crisis, dit niet snel een succesvol beroep op een onvoorzienbare omstandigheid in de zin van artikel 6:258 BW zal rechtvaardigen. De crisis raakt iedereen en rechters vinden dit argument dus onvoldoende specifiek om in te grijpen in de overeenkomst.

Desalniettemin kan het belangrijk zijn om goed na te denken wat je in een overeenkomst wenst te regelen. Als partijen in hun overeenkomst vastleggen dat bijvoorbeeld bepaalde gewijzigde marktomstandigheden een beroep op onvoorziene omstandigheden kunnen rechtvaardigen, dan zal een beroep op dit artikel eerder slagen dan wanneer partijen hier niets over vastleggen.

Juridische vragen?

Neem eens vrijblijvend contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen

088 – 88 3 8888

info@legal8.nl

www.legal8.nl

23-11-2016