Arbeidsrecht

Ontslag op staande voet bij ‘kleine delicten’

By 23 juli 2020 No Comments

Werknemers die zich schuldig maken aan ‘kleine delicten’ kunnen (succesvol) op staande voet ontslagen worden. Kleine delicten, zoals het stelen van 50 eurocent uit de kassa op werk of het meenemen van een pennenbak met pennen, staan bekend als ‘bagateldelicten’ (de Van Dale omschrijft het woord bagatel als: kleinigheid). In een uitgebreide blog uit de zomer van 2017 (blog ontslag op staande voet), hebben wij geconcludeerd dat ondanks dat een ontslag op staande voet in de praktijk vaak niet standhoudt, dit bij bagateldelicten soms anders is.

Ontslag op staande voet

Rechters oordelen wisselend over ontslagen op staande voet wegens bagateldelicten. Zo bleef het ontslag op staande voet in stand van een werknemer die tijdens haar werk achter de kassa een tester van een bodylotion-product had opengemaakt en zichzelf met deze crème had ingesmeerd. Ook bleven ontslag op staande voet in stand bij een werknemer die een blikje Redbull had gedrongen; die een pak Optimel van werk had meegenomen (welk pak ook nog eens over de datum was…) en een werknemer die van een taart had gegeten die voor klanten bedoeld was. Allen terecht op staande voet ontslagen naar de mening van de kantonrechters.

In de gevallen waar rechters het oneens waren met het ontslag op staande voet, ging het voor de werkgevers doorgaans ‘mis’ omdat de persoonlijke omstandigheden van de werknemer zwaarder wogen dan de reden voor het gegeven ontslag op staande voet. Een andere belangrijke omstandigheid om een dergelijk ontslag op staande voet af te wijzen, is als de werkgever geen deugdelijk bedrijfsreglement heeft waaruit blijkt dat bagateldelicten gesanctioneerd zijn. Een zogenoemd zero tolerance beleid is voor werkgevers gewenst om een ontslag op staande voet wegens bagateldelicten er succesvol doorheen te krijgen.

Nieuwswaarde

Ontslag op staande voet wegens kleine delicten heeft doorgaans een grote nieuwswaarde. Aan vele reacties op het internet is ook te zien dat mensen enorm verschillend denken over dergelijke ontslagen. De één vindt het terecht dat iemand ontslagen wordt als hij of zij bijvoorbeeld iets steelt, hoe klein het bedrag ook is. Stelen is immers stelen. Maar de ander vindt een ontslag op staande voet te ver gaan als het om een klein feit (of klein bedrag) gaat.

Hoe dan ook, ontslagen wegens bagateldelicten hebben een grote nieuwswaarde. Zo kwam op 6 juli jl. in het nieuws dat een medewerker van het cateringbedrijf van KLM op staande voet was ontslagen na het drinken van een flesje water. Deze medewerker was ruim een kwart eeuw in dienst van het cateringbedrijf van KLM. Zie de volgende link:

https://www.rtlnieuws.nl/economie/life/artikel/5169643/ontslag-klm-catering-flesje-water-kwart-eeuw-dienst

De rechter oordeelde dat, met name vanwege de strenge en duidelijke regels, het ontslag op staande voet terecht was. Overigens heeft de werknemer hoger beroep ingesteld en of dit oordeel in hoger beroep overeid blijkt, is nog maar de vraag. Overigens, slechts een jaar eerder, werd een andere medewerker van KLM op staande voet ontslagen wegens diefstal nadat zij had geproefd of iets kip of vis was. De rechter draaide het ontslag op staande voet terug. Men kan zich terecht afvragen waarom in het ene geval het ontslag op staande voet wél, maar in het andere geval niet in stand bleef.

Vaste rechtspraak

Volgens vaste rechtspraak “weegt” de kantonrechter de belangen van de werkgever af tegen de belangen van de werknemer. Met betrekking tot bagateldelicten, overwegen rechters doorgaans dat het feit dat het om een artikel met geringe waarde gaat of om een diefstal van geringe waarde, in beginsel niet ter zake doet. Het is vaste rechtspraak dat het stelen van artikelen met geringe waarde, niets (of heel weinig) ter zake doet. Het gaat namelijk niet om de waarde van het product, maar om het onderlinge vertrouwen tussen de werkgever en de werknemer. Maar de persoonlijke situatie van de werknemer, zijn arbeidsverleden en het beleid van de werkgever spelen wel degelijk mee bij de beoordeling van de rechter. En juist daarom oordelen rechters ook verschillend.

Voor beide ‘kampen’ is doorgaans wel iets te zeggen. Werkgevers hebben vaak veel belang bij een strikte handhaving van de regels en als zij die regels goed en duidelijk opstellen; communiceren én handhaven, dan mogen zij verwachten dat hun personeel zich daaraan houdt. Werknemers hebben aan de andere kant met name in situaties waarin zij lang in dienst zijn en een dergelijk voorval zich niet eerder heeft voorgaan en waarin geen ‘hard’ zero tolerance beleid geldt, een goed verhaal dat een ontslag op staande voet te zwaar weegt en de werkgever had moeten volstaan met een minder vergaande sanctie zoals een (laatste) waarschuwing.

Wie krijgt gelijk bij bagateldelicten?

De vraag is op voorgaand niet te beantwoorden. Het is immers op voorhand lastig te voorspellen wiens belang in rechte zwaarder weegt. Zoals wel vaker gezegd wordt, het hangt af van de omstandigheden van het concrete geval en deels aan de ‘grillen van de rechter’. Maar je hebt als werkgever het wel voor een deel zelf in de hand door een duidelijk beleid te maken; dit aan het personeel kenbaar te maken en van toepassing te verklaren in de arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement en het strikte beleid ook consequent toe te passen. Gebeurt dat allemaal correct en begaat de werknemer een bagateldelict, dan heb je als werkgever een goede kans dat het ontslag op staande voet standhoudt bij de rechter.

Juridisch advies arbeidsrecht

Heeft u vragen over het bovenstaande of wenst meer informatie te ontvangen over bijvoorbeeld het opmaken van een juridisch correct bedrijfsreglement? Neem eens vrijblijvend contact met een van onze advocaten op.

Legal8

www.legal8.nl

23-07-2020