Arbeidsrecht

Wanneer geen transitievergoeding?

By 2 februari 2021 No Comments

Zoals wij al veel vaker hebben geblogd, hebben werknemers sinds de WWZ (1 juli 2015) recht op een transitievergoeding bij ontslag. Sinds de WAB per 1 januari 2020 geldt dat vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst bij beëindiging recht op de wettelijke transitievergoeding bestaat. Er wordt sindsdien dus uitgegaan van het volledige dienstverband zonder dit af te ronden op halve jaren zoals onder de WWZ het geval was. De transitievergoeding is dus een vergoeding die de werkgever aan de werknemer moet betalen bij ontslag van de werknemer.

Als sprake is van een ontslag op initiatief van de werkgever door opzegging of ontbinding, bestaat het recht op een transitievergoeding. Overigens valt ook het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd onder het begrip ontslag in deze zin. Dit alles volgt uit artikel 7:673 lid 1 BW. Maar wanneer is een transitievergoeding niet verplicht?

Geen transitievergoeding verschuldigd

In de volgende gevallen is de werkgever niet verplicht een transitievergoeding te betalen. Dit zijn overigens niet alle gevallen, maar de onzes inziens meest toepasselijke.

1.         Beëindiging met wederzijds goedvinden

Bij deze in de praktijk veel gebruikte variant waarbij partijen middels het sluiten van een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden uit elkaar gaan, bestaat geen recht op een transitievergoeding. Kanttekening is echter dat werknemer doorgaans alleen akkoord gaan met deze optie als zij minimaal de transitievergoeding zullen ontvangen. Maar recht heeft een werknemer er dus niet op.

2.         Ernstig verwijtbaar handelen werknemer

Als de werknemer is ontslagen vanwege ernstig verwijtbaar gedrag (handelen of nalaten) dan is geen transitievergoeding verschuldigd. Het gaat dus niet over gewone verwijtbaarheid, maar om ernstige verwijtbaarheid. Er zal dus echt iets serieus aan de hand moeten zijn. Dit overigens tenzij de kantonrechter van mening is dat het desondanks redelijk is dat de werknemer een transitievergoeding ontvangt. Dit is echter een uitzondering en deze is alleen van toepassing als de kantonrechter vindt dat het verlies van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Bij een veerman die regelmatig kasverschillen had werd geoordeeld dat sprake was van verwijtbaar handelen maar niet van ernstig verwijtbaar handelen (HR 4 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:687) en ook een werknemer die een brief had geantedateerd werd alleen verwijtbaar handelen verweten (HR 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:633). Seksueel grensoverschrijdend gedrag met name in een afhankelijkheidssituatie (bijvoorbeeld een docent of ondergeschikte) zal in de regel wel ernstige verwijtbaarheid opleveren (o.a. HR:17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1307).

3.         Pensioenontslag

De werkgever hoeft ook geen transitievergoeding te betalen als de werknemer ontslagen is omdat hij de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

4.         Nog geen 18 jaar

Als de werknemer die is ontslagen nog geen 18 jaar is en gemiddeld ten hoogste 12 uur per week werkte, is geen transitievergoeding verschuldigd.

Vragen?

Neem geheel vrijblijvend contact op!

Legal8