Arbeidsrecht

Broek van vrouwelijke collega op werk omlaag trekken: onschuldige grap of ernstig grensoverschrijdend gedrag? Terecht ontslag op staande voet?

By 27 februari 2023 No Comments

Midden op de werkvloer een broek van een collega naar beneden trekken? Het overkwam een vrouwelijke werknemer bij een autoproducent in het zuiden van het land. Geen ‘onschuldige grap’ maar ernstig grensoverschrijdend gedrag zo oordeelt de kantonrechter in deze arbeidsrechtelijke zaak. De arbeidsovereenkomst van de medewerker (‘de dader’) wordt door de kantonrechter ontbonden. Wat was er aan de hand?

Broek naar beneden getrokken in bijzijn collega’s

Op een zomerse dag in september 2022 trok een medewerker van een autoproducent naar eigen zeggen ‘bij wijze van grap’ de korte broek van een van zijn vrouwelijke collega’s naar beneden. De vrouw kwam met haar blote billen op de werkvloer te staan en dat nota bene in het bijzijn van een aantal van haar collega’s. Zij reageerde daarop logischerwijze geschrokken, schaamde zich en moest ook huilen. Een dag later bood de man zijn excuses aan in een gesprek tussen de betrokkenen en de werkgever. Hij gaf kort gezegd aan dat het een slechte grap was en dat er verder geen kwade bedoelingen achter zaten.

Ontslag op staande voet

Na het hiervoor genoemde gesprek heeft de werkgever bij brief van diezelfde dag de werknemer op staande voet ontslagen. Vanaf dat moment heeft de werkgever geen loon meer betaald vanwege het ontslag. De werknemer verweert zich tegen het ontslag op staande voet en heeft zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van zijn werkzaamheden. De werknemer stapt vervolgens binnen de wettelijke termijn (van 2 maanden) naar de kantonrechter. Hij is kort gezegd en onder andere van mening dat het ontslag op staande voet een te zware maatregel is. Hij vindt dat er sprake is van een stomme grap en dat het ontslag voor hem onredelijk zwaar is aangezien zijn financiële situatie niet al te best is, hij allerlei schulden heeft terwijl hij door het ontslag op staande voet geen inkomsten meer ontvangt (en ook geen WW-uitkering zal krijgen).

Kantonrechter: bijzonder ernstig feit

De kantonrechter is van mening dat in deze zaak sprake is van een bijzonder ernstig feit. Een collega wordt in het bijzijn van andere collega’s op vernederende wijze te kijk gezet doordat haar broek omlaag wordt getrokken en zij plotsklaps in haar blote billen staat. Dat is een situatie die zij naar de mening van de kantonrechter nooit meer zal vergeten, niet in de laatste plaats omdat zij zal bedenken dat ook de collega’s die daar getuigen van waren dit voorval niet snel zullen vergeten. En dat aldus de kans groot is dat daar in de toekomst in toespelingen op terug gekomen wordt. De kans dat zij nog lang slachtoffer blijft van deze “grap” is groot. En zelfs als dat niet zou gebeuren maakt de angst dat het voorval weer opgerakeld wordt dat zij zich nog lang ongelukkig zal blijven voelen. De sanctie is naar de mening van de kantonrechter daarom passend.

Het verweer van de werknemer dat hij te zwaar getroffen wordt door het ontslag, treft geen doel. De kantonrechter begrijpt dat het feit dat hij niet kan beschikken over vaste inkomsten uit een dienstbetrekking voor problemen kan zorgen. Dat is vrij logisch. De werknemer heeft in dit verband verwezen naar een aantal schulden die als maar oplopen en die hij nu niet kan voldoen. De kantonrechter constateert dat een groot gedeelte van die schulden verkeersboetes betreffen die zijn opgelegd toen de werknemer bij zijn werkgever werkzaam was. Die zijn nu verhoogd als gevolg van niet tijdige betaling. Hetzelfde geldt voor onbetaalde zorgpremies. Deze schulden zijn dus ontstaan toen de werknemer nog over inkomen bij zijn werkgever beschikte. Van enige causaliteit met het gegeven ontslag is niet gebleken. Evenmin maken deze schulden nu dat geen ontslag op staande voet zou mogen worden gegeven.

Het ontslag op staande voet is geldig

Naar het oordeel van de kantonrechter levert het complex van voornoemde feiten en omstandigheden voldoende grond op voor een terecht ontslag op staande voet. De kantonrechter acht het handelen zodanig ernstig dat de werkgever in redelijkheid kon beslissen dat van haar niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst met de werknemer te laten voortduren. Het verzoek van de werknemer om vernietiging van dat ontslag zal worden afgewezen. De werknemer komt dus op straat te staan zonder baan, zonder (transitie)vergoeding en hoogstwaarschijnlijk zonder recht op een WW-uitkering.

Geen onschuldige grap maar ernstig feit

De kantonrechter is duidelijk: hier is geen sprake van een onschuldige of foute grap maar van een ernstig feit. Een ontslag op staande voet is in zo’n situatie wel degelijk een passende sanctie ondanks dat de werknemer hierdoor hard geraakt wordt. Zijn gedraging was simpelweg té ernstig en daarbij ook de ernstige gevolgen voor de werknemer in kwestie. Een terecht ontslag op staande voet.

Je kunt deze uitspraak lezen via de volgende link: rechtspraak.

Slot

Naar onze mening is een dergelijke gedraging inderdaad ernstig en zal gedraging normaliter een ontslag op staande voet kunnen rechtvaardigen. In deze specifieke zaak geldt nog specifiek dat de werkgever adequaat kon aantonen dat goede omgangsvormen binnen haar bedrijf enorm belangrijk was en dat zij haar werknemers daar ook met regelmaat op wees. Zo hadden de medewerkers een bedrijfstraining gevolgd waarbij omgangsvormen aan bod zijn gekomen en heeft de werkgever allerlei borden in de productiehal hangen met teksten en afbeeldingen die herinneren aan de gewenste omgangsvormen en normen en waarden. Het kan dus absoluut geen kwaad om als werkgever je werknemers van tijd tot tijd te herinneren aan de normen en waarden die je als werkgever wenst uit te dragen (en die ‘normaal’ zijn). Dat kan door cursussen, teksten en afbeeldingen maar ook door gebruik te maken van een goed personeelshandboek.