Arbeidsrecht

Eerste uitspraak over de cumulatiegrond is een feit: ‘bijna’ voldragen ontslaggronden nodig?

By 25 februari 2020 No Comments

Eind vorig jaar hebben wij een blog besteed aan de nieuwe cumulatiegrond in het ontslagrecht. Kort gezegd kunnen sinds 1 januari jl. ontslaggronden gecombineerd worden hetgeen een versoepeling van het ontslagrecht betekent. Zie voor meer informatie onze blog van 7 oktober 2019. Inmiddels heeft de kantonrechter te Alkmaar de primeur gehad om de eerste beschikking (uitspraak) te wijzen over deze cumulatiegrond (ook wel “i-grond” genoemd). De inhoud van deze beschikking is voor werkgevers die verwachten dat de cumulatiegrond een grote versoepeling van het ontslagrecht betekent, een tegenvaller. Wat was er aan de hand?

Feiten en omstandigheden

Het gaat in deze zaak om een werknemer die als teamleider bij zijn werkgever in dienst is. Hij is eindverantwoordelijk voor de productielijnen van zijn werkgever (op het gebied van spuitbussen). Deze werknemer heeft in het verleden meerdere waarschuwingen gekregen over onder andere een agressieve wijze van communiceren en een slechte gedrag/houding op de werkvloer. De aanleiding voor het ontslagverzoek was echter een beschuldiging van de werkgever dat hij een (grote) lading spuitbussen had gesaboteerd, waardoor hij de relatie met de grootste klant van de werkgever op het spel heeft gezet.

Meerdere ontslaggronden

De werkgever heeft een beroep gedaan op meerdere ontslaggronden en is dus voor meerdere ankers gaan liggen. De werkgever beroept zich op de e-grond (primair: verwijtbaar handelen), de d-grond (subsidiair: disfunctioneren), de g-grond (meer subsidiair: verstoorde arbeidsverhouding) en aanvullend op de i-grond (cumulatie van ontslaggronden). De kantonrechter komt na een weging van de feiten en de omstandigheden tot de conclusie dat er onvoldoende aanleiding is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de e-, d- of g-grond. Kort gezegd heeft de werkgever de beschuldiging van sabotage niet voldoende aannemelijk gemaakt zodat een beroep op verwijtbaar handelen niet slaagt. Hiernaast is er geen dossieropbouw zodat het beroep op disfunctioneren wordt afgewezen. Tot slot blijkt volgens de kantonrechter niet dat de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig en duurzaam is verstoord. Ook het beroep op de derde ontslaggrond, een verstoorde arbeidsverhouding, wordt derhalve afgewezen.

Beroep op de i-grond afgewezen

Vervolgens moet de kantonrechter zich uitlaten over de i-grond. Helaas voor de werkgever, wordt ook het beroep op de i-grond afgewezen. De kantonrechter overweegt in r.o. 5.18. en 5.19.:

De werkgever heeft ook (aanvullend) verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een combinatie van omstandigheden genoemd in twee of meer gronden, die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (artikel 7:669 lid 3, onderdeel i, BW). De kantonrechter overweegt dat met deze zogenoemde cumulatiegrond wordt beoogd het ontslagstelsel te verruimen, zonder te breken met het huidige stelsel van gesloten ontslaggronden (Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, nr. 9, pag. 59). De cumulatiegrond is bedoeld voor die gevallen waarin voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van de werkgever gevergd kan worden, waarbij de werkgever dat niet kan baseren op omstandigheden uit één enkelvoudige ontslaggrond, maar dit wel kan motiveren en onderbouwen met omstandigheden uit meerdere ontslaggronden samen (Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, F, pag. 26). Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om verwijtbaar handelen van de werknemer gecombineerd met onvoldoende functioneren en/of een verstoorde arbeidsverhouding (Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, nr. 3, pag. 52). Naar het oordeel van de kantonrechter is ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens de cumulatiegrond niet gerechtvaardigd. Daartoe wordt het volgende overwogen.

De cumulatiegrond (de i-grond) is per 1 januari 2020 toegevoegd als ontslaggrond. Op grond van het overgangsrecht is de i-grond van toepassing, nu het verzoek waarmee deze procedure is ingeleid is ontvangen na 1 januari 2020. De werkgever heeft echter nagelaten deze ontslaggrond afzonderlijk toe te lichten en het is niet aan de kantonrechter om – wanneer iedere toelichting ontbreekt – de omstandigheden die zijn aangevoerd in het kader van de afzonderlijke ontslaggronden in het kader van de i-grond te verzamelen en zelfstandig te beoordelen of dat voldoende is voor een voldragen i-grond. Daar komt nog bij dat de kantonrechter hierboven heeft geoordeeld dat geen van de aan het verzoek ten grondslag gelegde afzonderlijke ontslaggronden voldragen is. Van een bijna voldragen ontslaggrond is evenmin sprake. Om die reden is er dan ook geen grond voor het oordeel dat niet meer van de werkgever kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten.”

Volgens de kantonrechter is het van groot belang dat de werkgever een beroep op de i-grond afzonderlijk en duidelijk toelicht en dat laat de werkgever in deze kwestie achterwege. Kortheidshalve verwijzen naar het gestelde bij de andere ontslaggronden is dus niet voldoende! De i-grond moet afzonderlijk toegelicht en gemotiveerd worden: de kantonrechter gaat niet zelf de omstandigheden die bij de andere ontslaggronden zijn aangevoerd, zelfstandig beoordelen in het kader van de i-grond.

‘Bijna’ voldragen ontslaggronden nodig?

Van groot belang is verder dat de kantonrechter van mening is dat in dit geval de e-, d- en g-grond allesbehalve voldragen zijn: “van een bijna voldragen ontslaggrond is evenmin sprake”. Met andere woorden stelt de kantonrechter dat een beroep op de i-grond pas kan slagen als de andere aangevoerde ontslaggronden ‘bijna voldragen’ zijn. Dat is een behoorlijk streng criterium en de terechte vraag is of de kantonrechter te streng is.

De conclusie die uit deze uitspraak getrokken dient te worden is dat je er als werkgever niet gemakkelijk afkomt bij een beroep op de i-grond: een afzonderlijke en duidelijke onderbouwing is vereist én de overige ontslaggronden moeten ‘bijna voldragen’ zijn. Wat ‘bijna voldragen’ is, is overigens een goede vraag. Het is onmogelijk om een kort en bondig (en goed) antwoord op deze vraag te geven, maar duidelijk is dat de aangedragen ontslaggrond deugdelijk is gemotiveerd en zou kunnen slagen (maar dus nét niet slaagt).

Was deze kantonrechter te streng?

Het is tot slot de vraag of andere rechters dit strenge criterium gaan volgen. Als dat gebeurt, dan is van een versoepeling van het ontslagrecht geen sprake. Het is echter goed mogelijk dat andere rechters de komende maanden soepeler met de i-grond zullen omgaan dan deze kantonrechter en dat van ‘bijna voldragen’ ontslaggronden geen sprake hoeft te zijn bij een beroep op de i-grond. Wij houden het nauwlettend in de gaten!

Liefhebbers kunnen deze beschikking lezen via de volgende link: rechtspraak.